Wereldwinkel veranderde in vijftig jaar van strijder tegen onrechtvaardigheid in brave handelaar
Dat het begin september feest was bij de 50-jarige Wereldwinkel in Breukelen, de eerste Wereldwinkel van Nederland én de wereld, mag een klein wonder heten. Vorig jaar zou de zaak sluiten bij gebrek aan klandizie. Toen trok de omzet onverwachts weer aan.
‘We stonden op het punt de winkel met opgeheven hoofd op te heffen, maar we hebben de sluiting uitgesteld’, zegt voorzitter Thoon Jongerius. ‘Tot onze spijt sluiten veel collega’s hun deuren. Niet omdat het doel van de Wereldwinkel is bereikt, maar omdat er te weinig klanten en vrijwilligers zijn.’
Jongerius staat voor het mooi gerestaureerde Brandspuithuisje aan het Kerkplein, waar Tunesische ovenschalen, handgeschilderd Mexicaans keramiek en zeepstenen beeldjes uit Zimbabwe te koop zijn. Breukelen is de bakermat van een succesvol Nederlandse exportproduct. Er zijn Wereldwinkels in Europa en ver daarbuiten. Ook het Fairtrade-keurmerk, in Nederland begonnen als Max Havelaar, is schatplichtig aan de ideologische winkels. De wereldwijde omzet van fairtradeproducten als koffie, chocolade en bananen steeg in 2017 met 8 procent tot bijna 8,5 miljard euro.
strooien poppetjes
In 1969 begon Johan Derks vanuit huis met de verkoop van strooien poppetjes uit Mexico, lepeltjes uit Brazilië en houtsnijwerk uit Haïti, ingekocht door ideële importeurs. De gemeente stelde een pandje ter beschikking, maar binnen twee jaar waren de jeugdige, idealistische vrijwilligers die winkel ook weer kwijt. ‘Ik had een poster opgehangen met de tekst Portugal moordt met NATO-wapens in Angola en Mozambique’, vertelt pastoor Brenninkmeijer, die vijftig jaar geleden mede aan de wieg stond van de winkel. ‘De burgemeester verweet me dat ik geen oog had voor het communistische gevaar in de Portugese koloniën.’
Inmiddels waren er wel al 170 Wereldwinkels in Nederland. Het idee ‘geen hulp, maar handel’ vond breed weerklank, dwars door de verzuiling heen: katholieken, gereformeerden, socialisten en vrijzinnigen omarmden het idee. Meer dan verkooppunten waren de Wereldwinkels brandpunt voor politieke actie tegen onrechtvaardige handelsstructuren. ‘Bewustwording’ was het steekwoord. Groot was in de pioniersjaren de ‘rietsuikeractie’ – een campagne om rietsuikerboeren in wat toen nog de ‘Derde Wereld’ heette, toegang te bieden tot de westerse markt.
‘Wereldwinkels verkochten vooral papier’, zegt historicus Peter van Dam, doelend op de bergen folders waarmee de klanten werden overladen. In zijn boek Wereldverbeteraars, een geschiedenis van fair trade beschrijft hij het decennialang schipperen tussen ideologische zuiverheid en praktische resultaten.
‘De Wereldwinkel biedt voor beide aspecten de ideale formule’, zegt Van Dam. ‘Enerzijds kun je een winkeltje openen, of een kraam op de markt en in de kerk. Anderzijds kun je met elkaar acties bedenken voor je politiek-ideologische boodschap.’
Geregeld werden de winkels ingehaald door andere initiatieven. Toen ontwikkelingsorganisatie Solidaridad in 1988 het Max Havelaar-keurmerk lanceerde, waren de winkels daarover tot op het bot verdeeld. Dankzij het keurmerk bereikte ‘eerlijke koffie’ een breed publiek. Tegelijk betekende het samenwerken met Albert Heijn en mogelijk zelfs Douwe Egberts; bedrijven die altijd de ‘tegenstander’ waren geweest.
koffie
De supermarkten vormden bovendien een bedreiging: koffie was altijd de kurk geweest waarop de Wereldwinkels dreven. Toch bleef de bloei aanhouden tot ongeveer 2010. Maar van de 400 Wereldwinkels op het hoogtepunt zijn er nu 250 over. Veel winkels keerden bovendien hun landelijke vereniging de rug toe. Ze waren al niet blij met hoe dwingend de huisstijl moest worden nageleefd (rode vloer, paars-gele muren), de maat was vol na het financiële debacle met de Wereldwinkelcadeaubonnen in 2017. De winkels konden de ingeleverde bonnen niet meer verzilveren bij de koepel.
De consument weet intussen de fairtradeproducten wel te vinden. In 2018 groeide de omzet van ‘eerlijke’ koffie, thee, bananen, chocolade met 26 procent. Vorig jaar ging zo’n 200 miljoen euro aan premie naar boeren vanuit alle verkopen wereldwijd, aldus keurmerkorganisatie Fairtrade Nederland. De Wereldwinkels spelen daar echter een steeds marginalere rol in.
Historicus Van Dam is bezorgd over de toekomst. ‘Wereldwinkels hebben zonder meer aan de basis gestaan van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar zelf zijn ze de laatste twintig jaar brave cadeauwinkels geworden. Het activisme is weg, en daardoor trekken ze nauwelijks jongeren aan.’
Dat kan zo zijn, in Breukelen merken ze dat klanten geen trek hebben in verhalen over producenten en onrechtvaardige handelsstructuren. Wat wel helpt, is dat het assortiment is opgefrist, vertelt vrijwilliger van de wereldwinkel Marga Stoffers. ‘De ‘sjaal met een verhaal’ uit Nepal is populair. En de tuinbeelden van ‘scrap metal’ uit Zimbabwe zijn niet aan te slepen.’ ¦